Hans Landsaat (Galerie Josine Bokhoven, 4 april - 10 mei 2005)
verschenen in 'Kunstbeeld', april 2005

China - Brush drawings, 2004-05

Al sinds lang is het landschap, een genre van de schilderkunst dat ooit zijn beoefenaars in scholen en groeperingen bijeenbracht, nog slechts het domein van een handvol van geïsoleerde specialisten. Elk van hen benadert zijn onderwerp op zijn eigen manier zodat de resultaten slechts zelden op elkaar lijken. Juist daardoor echter won deze kunst aan verscheidenheid wat ze aan loutere veelheid verloor.

De recente landschappen van de Amsterdamse schilder Hans Landsaat (geb. 1935) laten in principe drie verschillende benaderingen zien, afhankelijk van de techniek die werd aangewend. Wel hebben ze als stadia in een doorgaand proces van verwerking met elkaar van doen.

Potloodtekeningen ter plekke gemaakt - naast foto's en schriftelijke aantekeningen - geven ons een beeld van het landschap zoals dat het oog van Landsaat trof, met een accent op wat dat oog in het bijzonder trof. Recent waren het landschappen in de bergachtige streken in het binnenland van China, een gebied waar Landsaat enkele maanden rondreisde om zich er te laten verrassen door het hem onbekende. Het tekenen zelf prentte hem de verrassing in de geest en het resultaat kon dienst doen als geheugensteun voor wat nog komen zou.

Wat voorlopig kwam waren tekeningen met het penseel, op het papier gezet tijdens een verblijf in Australië. Nu ging het dus om landschappen vanuit het geheugen, naar een beeld dat zich in de geest had gevormd. Wat hem interesseerde was een essentie van het beeld als beeld, dus het oorspronkelijke beeld geselecteerd en gereduceerd tot de elementen die er voor zijn waarneming en herinnering - dus niet in objectieve zin - de hoofdzaak van uitmaakten, de elementen dus eigenlijk die ervoor zorgden dat het beeld zijn oog überhaupt trof. Een paar lijnen, vlekken, lange en korte vegen; de lijnen, strepen, vlekken en andere tekens duiken op uit het wit van het papier en vallen daarin terug als vissen die een duik wagen boven het oppervlak van de zee. Landsaats penseel echter zette de tekens van ragfijn tot uitzwaaiend breed op het papier, met alles wat daar als variatie van tekens tussen ligt.

Los van elkaar laten de tekens zich niet of nauwelijks duiden. Maar ook hun samenhang is er nog en de afwisseling van vorm en van uitdrukking daarbinnen is suggestief genoeg om de beschouwer toch nog iets landschappelijks te doen ervaren.

Op penseeltekeningen van deze soort volgen bij Landsaat schilderijen. Daarin wordt de afstand tot het oorspronkelijke beeld nog groter; tegelijk komt er ruimte voor andere herinneringen dan alleen die van de eerste schok. Zo dankt het uiteindelijke resultaat van het creatieve proces evenveel aan het subjectieve gegeven van de waarneming en van de herinnering als aan het objectieve feit van het landschap.

Hans Sizoo